Voorafgaand aan de cruciale COP30-top in Brazilië onthult een nieuw rapport van de Verenigde Naties een zorgwekkende realiteit: de huidige nationale klimaatplannen zijn onvoldoende om te voorkomen dat de opwarming van de aarde de kritische drempel van 1,5°C overschrijdt. Deze limiet, overeengekomen in de Overeenkomst van Parijs, wordt algemeen erkend als essentieel om de gevaarlijkste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen.
Onvoldoende nationale toezeggingen
Uit het rapport blijkt dat slechts 64 landen, die ruwweg 30% van de mondiale uitstoot vertegenwoordigen, bijgewerkte plannen hebben ingediend om de CO2-uitstoot terug te dringen – veel minder dan de eis voor alle ondertekenende landen om dit elke vijf jaar te doen. Hoewel het rapport verklaringen bevat van China en de Europese Unie over hun toekomstplannen, schieten de collectieve inspanningen nog steeds tekort bij wat nodig is.
De huidige nationale beloften voorspellen, zelfs als ze worden gecombineerd, een reductie van slechts 10% van de mondiale CO2-uitstoot tegen 2035. Dit is aanzienlijk minder dan de 57% reductie die volgens de VN noodzakelijk is om de opwarming van de aarde onder de 1,5°C te houden.
De betekenis van de grens van 1,5°C
De limiet van 1,5°C is geen willekeurig getal; het vertegenwoordigt een cruciaal punt waarna de wereld geconfronteerd wordt met dramatisch toegenomen risico’s. Wetenschappers hebben de uitgebreide voordelen beschreven van het beperken van de opwarming tot 1,5°C vergeleken met een stijging van 2°C. Het overschrijden van de drempel van 1,5°C vergroot de kans op frequentere en intensere hittegolven en stormen, onomkeerbare schade aan koraalriffen en ernstige bedreigingen voor de menselijke gezondheid en het levensonderhoud. Het is alarmerend dat de wereld deze grens al in 2024 voor het eerst heeft overschreden, en VN-leiders zijn er steeds meer van overtuigd dat een permanente doorbraak in het huidige tempo begin jaren dertig onvermijdelijk is.
Een kans op COP30
Ondanks de ontnuchterende beoordeling is het rapport niet geheel zonder hoop. Er zijn nog een aantal belangrijke stappen mogelijk om de vooruitzichten te verbeteren.
- Meer landen die zich bij de inspanning aansluiten: Van veel landen wordt verwacht dat zij plannen indienen tijdens de COP30 in Belém, Brazilië.
- Grote uitstoters nemen toe: Grote koolstofproducerende landen zoals India en Indonesië moeten hun plannen nog bekendmaken, en hun aankondigingen tijdens COP30 kunnen de projecties voor 2035 substantieel veranderen.
- Potentieel voor versnelde actie: Deskundigen suggereren dat sommige landen, waaronder China, hun gestelde doelstellingen wellicht zullen overschrijden, wat een sneller tempo van emissiereducties aantoont.
“Het is eigenlijk volkomen redelijk om naar China te kijken”, zegt Todd Stern, voormalig speciaal gezant van de VS voor klimaatverandering. “Ze zullen een bepaald aantal neerleggen, wat niet geweldig is, en dan zullen ze het overtreffen, en China doet dat vaak.”
Een transitie naar netto-nul
De VN blijft optimistisch dat de mondiale uitstoot de komende jaren een piek zal bereiken en zal beginnen te dalen – een keerpunt dat sinds de Industriële Revolutie niet meer is voorgekomen. De reeds bestaande plannen, waaronder de onlangs ingediende Amerikaanse belofte onder president Biden, laten duidelijke vooruitgang zien in de richting van het bereiken van een netto-nuluitstoot tegen het midden van de eeuw. Netto nul verwijst naar het in evenwicht brengen van de broeikasgassen die vrijkomen door menselijke activiteiten en de broeikasgassen die actief uit de atmosfeer worden verwijderd.
Terwijl de mogelijkheid om de opwarming van de aarde onder de 1,5°C te houden afneemt, onderstrepen de voortdurende inspanningen en het potentieel voor versnelde actie het belang van COP30 en onderstrepen ze de dringende behoefte aan een krachtiger, ambitieuzer klimaatbeleid wereldwijd. Het rapport erkent de uitdagingen, maar benadrukt dat voortdurende vooruitgang, ook al blijft deze niet bij het oorspronkelijke doel, essentieel blijft voor het verzachten van de ergste gevolgen van de klimaatverandering.
